Een golf van nostalgie stroomt door mijn lijf bij het zien van het woord FOKKER in de Volkskrant van vandaag 22 april 2020.

Kort na het faillissement van de Fokker vliegtuigbouw begon ik in september 1996 bij Fokker Services als HRM-adviseur. Op de locaties Woensdrecht/Hoogerheide en Schiphol. In eerste instantie begon ik interim, vanuit een HRM-adviesbureau waar ik werkte. Maar de business raakte me. Ik stapte over naar een dienstverband met Fokker Services, dat na het faillissement was overgenomen door Stork.

Een groot terrein, landingsbaan, grote hallen, enorme schuifdeuren, vliegtuigen overal. Indrukwekkend. Maar wat mij vooral raakte was de passie. De bevlogenheid van de mensen die er werkten, whaaaa. Heerlijk!!!

Ik reisde regelmatig met de Fokkerbus van en naar het werk. Ik bracht onze dochter naar de kindercrèche op het Fokker-terrein en op de Fokker bedrijfsschool leerde ik de basis vliegtuigkennis. Bere-interessant vond ik dat. Want hoe kan het toch dat zo’n groot ding de lucht in komt, vliegt en weer landt? Gigantisch fascinerend.

Nu ligt fascinatie heel dicht bij verwondering. En verwondering opent prachtige deuren in de mens. En dit was op alle fronten voelbaar. Het sociale beleid, de interesse in elkaar, de borrels als er iemand afscheid nam, de stralende medewerkers die gasten rondleidde door de grote hallen en de brede betrokkenheid bij de grootste uitdaging: hoe overleven we zonder nieuwe Fokker-vliegtuigen.

Maar deze passie kende ook haar keerzijde. Het faillissement van de vliegtuigbouw, betekende dat er zo’n 20 jaar later geen Fokker vliegtuig meer binnen zou ‘vliegen’ voor onderhoud, modificatie of reparatie.

Deze periode van 20 jaar leek ver weg, maar was voor deze business natuurlijk heel dichtbij.

Het verschil in ervaren urgentie leidde tot twee stromen. Eén stroom die ‘gewoon maar door ging’ met wat er moest gebeuren. De Fokker-vliegtuigen vlogen tenslotte nog gewoon. En een tweede stroom ‘strategiezoekers’. Wat een bron van onrust en spanning was. Voelbaar in de hele organisatie. Want de één vindt dat, de ander dit. En dan in een complex speelveld met de nieuwe eigenaar Stork, de afhankelijkheid van leveranciers voor (reserve-)onderdelen, politiek, etcetera. Ongeloof, angst en hoop. Hoop op een doorstart van de Fokker vliegtuigbouw.

De Volkskrant sprak in april 1999 over een grote chaos, zuivering en stammenstrijd. In de periode van 4,5 jaar dat ik er werkte, heb ik zes directeuren meegemaakt. En heel veel afscheidsborrels van diverse managers. Borrels die wonderbaarlijk respectvol en liefdevol waren, ondanks de strijd die er onderlag.

En dat is het mooie. Want, ik geloof dat ondanks alles, de passie, in dit geval voor vliegtuigen, blijft verbinden. Nog steeds. Iets wat zoveel uitdaging vraagt, zoveel precisie en vakkennis, iets wat leidt tot zoveel fascinatie en bewondering, maakt dat het gemakkelijker is voor de mens om de deur van de onvoorwaardelijke liefde te openen. En dat voelde ik zojuist toen ik de pagina omsloeg en het woord FOKKER zag staan. Een gevoel van liefde en nostalgie. Heerlijk.

En Fokker Services? Zij bestaat nog steeds. Ik ga er vanuit dat de passie nog steeds één van de drijvende krachten is.

PS. Mijn gedachten gaan uit naar de familie en dierbaren van Fred Sterk, luchtvaarttechnicus in de tijd dat de vliegtuigbouw in Nederland nog speerpunt van de industrie was. Hij overleed 15 maart jl.